Om even bij stil te staan
Voor we met de 5 feiten over de schouder gaan beginnen gelijk even stilstaan bij kracht en beweging.
Hoeveel kan jij op je schouders nemen?
Op je rug krabbelen. Lukt jou dat?
En probeer het nu eens met je andere hand.
Kun je met beide handen even ver komen of zit er een verschil tussen? Als er een verschil in zit, ga dan eens na waardoor dat komt. Wellicht helpen onderstaande 5 feiten over de schouder je wel inzicht te krijgen.
Feit 1: mogelijkheden
Heb je wel eens gemerkt hoeveel je beweegmogelijkheden je schouders hebben? De mogelijkheden zijn zo groot dat dit de eerste van de 5 feiten over de schouder is. Grote kans dat je dan ook wel eens gemerkt hebt dat het bewegen in je ene schouder beter gaat dan met de ander.
De schouder is enorm flexibel en heeft heel veel beweegmogelijkheden. Ga maar eens na:
>> uitstrekken om de chocola van de bovenste plank pakken
>> dat wat strakkere shirt, waar geen rek, in zit aantrekken
>> op je rug (proberen) te krabben
>> iets van de tafel achter je pakken zonder om te draaien
Als je naar de anatomie van het gewricht kijkt dan is het een heel open en los gewricht. Dankzij de spieren, pezen, banden en fascia wordt het echt een fantastisch deel van ons lijf.
Feit 2: kracht
De schouders zijn heel sterk. Met dank aan de spieren rond de schouder. Spieren die van schouder naar hoofd, nek, bovenrug en zelfs onderrug lopen. Spieren die van bovenarm naar midden en lage rug lopen. En van bovenarm naar borstbeen.
Even de schouder ergens onderzetten om iets te verschuiven. Iets optillen gaat een stuk beter als je de schouders erbij gebruikt. Trek je schouder op en dan kun je minder gewicht met je armen optillen dan wanneer je de schouders een ietsie pietsie naar achter en omlaag trekt.
Die sterke spieren helpen ook flink bij het stabiel houden van je schouders. Dus dat losse, open gewricht uit feit 1 krijgt dankzij de spieren de kans alle beweegmogelijkheden te benutten.
Wanneer je een instabiel gevoel in een schouder hebt. Dan is het vaak zo dan niet alle spieren genoeg kracht kunnen leveren om de stabiliteit te bieden.
Feit 3: Signalen
De 3e van 5 feiten over de schouder is: signalen. Signalen van emoties, gevoel en stemming. Heb je het druk, ervaar je (onbewust) stress of ben je erg moe? Grote kans dat je schouders dat laten zien. Schouders opgetrokken betekend vaak drukte, spanning of stress. Schouders afhangend naar voren duidt vaak op vermoeidheid.
Bedenk eens wat je doet als je boos bent. Of wanneer je verveelt voelt. Maar ook wat doen je schouders wanneer je blij bent en ergens heel veel zin in hebt.
Bij de een reageren schouders wat sneller dan bij de ander. Het is sowieso gewoon een beetje een emotioneel deel van ons lijf.
Feit 4: verbinding
Zowel letterlijk als figuurlijk zijn de schouders verbindend.
Schouders zijn het deel wat je arm aan je romp verbindt. Door een goede stand van de schouders kan zelfs je rug mee helpen met iets optillen. De schouder biedt ook een mooie doorgang aan zenuwen en bloedbanen.
Als je even denkt aan feit 3. Wat gebeurt er als iemand jouw gevoel en emoties oppikt? Diegene heeft dan even aandacht voor je. En dus ontstaat er verbinding met degene die ziet dat je boos, verdrietig, blij, gespannen etc bent.
Feit 5: kwetsbaar
Alle mogelijkheden in de schouder, de kracht, de signalen en de verbinding maken de schouder tot een geweldig sterk gewricht. Het maakt tegelijkertijd ook dat het een kwetsbaar deel van ons lijf is. Er zijn zoveel onderdelen en mogelijkheden die samen een perfecte machine vormen totdat er een radertje minder soepel loopt.
Een iets bollere bovenrug zorgt al dat de schouderbladen niet goed passen en soepel kunnen schuiven. Dat hele kleine puntje kan op termijn al zorgen dat de spieren pijnlijker worden, dat er impingement syndroom of inklemming ontstaat etc. Veel en vaak stress waarbij je schouders optrekt zorgt al snel voor een zeurende en brandende pijn in de spieren bovenop de schouders.
Beweeg je te weinig of te eenzijdig na een trauma met de schouder dan ontstaat er een frozen shoulder waardoor de beweging nog verder beperkt en pijnlijk wordt.
En nu aan de slag
Dit waren de 5 feiten over de schouder. Bedenk eens hoe je nu naar je schouder kijkt, heb je al meer inzicht gekregen in pijnklachten, spanning en mogelijkheden?
Dan gaan we nu nog even aan de slag met kleine testjes en daar komen beweegoefening uit naar voren.
>> Ga eens met een hand van bovenaf achter je hoofd langs naar je rug en de andere hand onderlangs naar je rug. Kun jij je vingers in elkaar haken? Gaat andersom hetzelfde of zit er verschil tussen? Hoe voelt die beweging in je schouders?
>> Jas aantrekken zowel met linkerarm eerst in de mouw steken, als met rechterarm eerst
>> Met je rug tegen een muur staan en dan je armen omhoogtillen zonder dat de stand van je rug veranderd. Kun je met gestrekte armen omhoog tegen de muur komen of niet zonder je rug hol te maken of ribben op te tillen?
Als een van de bovenstaande bewegingen niet zo soepel, pijnvrij of makkelijk gaat. Dan heb je nu gelijk een paar eenvoudige bewegingen om te trainen. Niet doorduwen tot je vingers wel in elkaar kunnen haken (en je een afspraak bij mij moet maken omdat je schouder geforceerd hebt 😉 ) maar gewoon bewegen tot waar makkelijk, soepel en pijnvrij gaat. Het doel is niet om die vingers in elkaar te haken maar om variatie en afwisseling in het bewegen van alle dag te brengen.
Vragen?
Stel ze gerust via een e-mail naar janneke@basisinbeweging.nl of het contactformulier.
Wil je zelf aan de slag met je schouders en geen zin in afspraken fysiotherapie. Dan kan ik je de cursus Soepele schouders en een losse nek van Manja Weijers aanraden.